Herman Busman
Meetschip ' Norderney' met peilboot 'Möwe'Schaalmodel-combinatie van Robbe |
|
Zowel de 'Norderney' als de peilboot 'Möwe' zijn schaalmodellen van de gelijknamige, op het Westduitse eiland Norderney gestationeerde scheepseenheid. Beide modellen zijn volkomen nieuw in het programma van Robbe (gepresenteerd op de Spielwarenmesse 1983). |
De 'Norderney', het meet- en basisschip, heeft een lengte van 31,25 m en is 7,70 m breed. De waterverplaatsing bedraagt ongeveer 170 ton, de aandrijving geschiedt door middel van twee dieselmotoren, elk met een vermogen van 300 pk (220 kW).
Het model is 125 ( mm lang en 290 mm breed; de schaal bedraagt 1:25. Al met al dus een (robuust) model met flinke afmetingen. Compleet met apparatuur en ballast, dus vaarklaar, mag het gewicht 12 kg bedragen. De romp, schoorsteen, mast, en nog enkele kleine delen, zijn als vacuumgezogen absdelen uitgevoerd. De dekken, dwarsschotten, het gehele dekhuis, luikhoofden enzovoort worden uit voorgestanste abs-plaatdelen samengesteld. Vrijwel het gehele model wordt dus uit abvervaardigd; slechts voor enkele spanten zijn er triplex stansdelen aanwezig. Alle delen passen voortreffelijk! |
Het model is 260 mm lang en 105 mm breed. De schaal is natuurlijk gelijk aan die van de Norderney, dus 1:25. Het maximum gewicht mag 300 9 bedra gen. De samenstelling geschiedt door middel van drie vacuumgezogen delen; de romp, het dek en het dekhuis. De opbouw van dit bootje is simpel, alleen het gewicht en de inwendige ruimte vragen onze aandacht. Eerlijk gezegd: de meningen over de 'Norderney' met bijboot lopen nogal uiteen. Een kwestie van smaak dus. Wij vinden, dat beide boten een beetje mager gedetailleerde indruk maken. Aan de ene kant is dat een indruk, die al gauw aanwezig is als de schaalverhouding klein is; aan de andere kant veronderstellen wij dat het grote voorbeeld ook vrij 'glad' is. Daar staat dan tegenover dat de bouw niet zo moeilijk is en de aanschafprijs van beide bouwdozen (de 'Möwe' moet apart worden aangeschaft) naar onze mening alleszins redelijk is. |
De bouwdoos (bestelnr. 1035)
Buiten de gave en stabiele vacuumgezogen delen, zoals de romp, schoorsteen, mast en nog enkele kleine delen, bestaat het overgrote deel van de bouwdoosinhoud uit voorgestanste abs-platen. Die platen, 1, 1,5 en 2 mm dik, zijn elk van een letter voorzien (A t/m G). Dat stanswerk is zeer gaaf en zoals reeds bij de inleiding is opgemerkt, de passing is subliem. Zelfs de dekken kunnen met een minimum aan nabewerking op hun plaats worden gelijmd. Werkelijk frappant zoals alles past!
|
Juist daardoor, en door het feit dat alles aan het model strak en 'hoekig' is, is de bouw ook goed uitvoerbaar door diegene die wel handig is, maar geen of weinig ervaring in 'scheepsmodelbouw' heeft.
De aandrijving geschiedt met twee Navy Kompakt-eenheden. Die eenheden worden met 12 V gevoed en drijven elk een schroef met een diameter van 35 mm aan. Wij vinden dat een minder geslaagd concept, wearop wij nog uitvoerig terugkomen. De bijbehorende peilboot 'Möwe', die met een vrij grote kraan te water gelaten en binnengehaald kan worden, heeft een lengte van 6,35 m, is 2,20 m breed en heeft een waterverplaatsing van 2,3 ton. |
![]() |
![]() | ||
In afb.2 is weergegeven hoe de meeste delen zijn uitgevoerd. De vertandingen van alle stansdelen zijn zodanig uitgevoerd, dat foutief aan elkaar lijmen van losse delen vrijwel niet mogelijk is. Voor ons gemak kunnen we voordat de delen met de figuurzaag of balsames uit de plaat worden verwijderd, met een water- en veegvaste fijnschrijver de stanscontouren natrekken. In vele gevallen is het ook zinvol om de naast de delen ingestanste nummers op de delen zelf te zetten (afb. 3). Doe dat bij voorkeur op de kant die niet geschilderd hoeft te worden! Ook de moederplaat met voorgestanste spantdelen (berketriplex) is van een goede kwaliteit. Voor de dekbalken, liggers en versterkingen, zijn er lange vierkant-profielen van abs aanwezig. Die profielen zijn hol en mooi strak. Een bijzonderheid bij deze boot is de grote dubbele bodem. Die extra bodem bestaat uit drie vierkant-profielen en een 2 mm dikke plaat abs. Die grote en vlakke bodem (zichtbaar in afb. 5) zorgt voor een uitstekende stabiliteit van de grote romp. Verder natuurlijk de bekende zaken zoals messinghuis, getrokken messingdraad voor de relingroeden, diverse abs-profielen enzovoort. Alles van een uitstekende kwaliteit. Alle delen, die nodig zijn voor het functionerend maken van de kraan (hijsen en draaien) en de ankerlier, zijn eveneens in de bouwdoos ondergebracht. Niet alleen de daarvoor benodigde abs-stansdelen, ook tandwielen, assen enzovoort. |
Het voor de kraan meegeleverde nylon hijskoord is wat stug en kan daardoor problemen opleveren als de kraanhaak zonder last omlaag moet. Vooral bij koud weer kan dat vervelend zijn. Vervangen door gewoon soepel koord is dus beter.
De voor de functies benodigde motortjes met aangebouwde vertraging moeten natuurlijk apart worden gekocht. Ook de aanbevolen Navy Kompakt-aandrijfeenheden met de bijbehorende motorsteunen moeten apart worden aangeschaft. Het spreekt natuurlijk voor zichzelf (omdat die NKeenheden met een schroefaskoker en as zijn uitgerust) dat de bouwdoos geen schroefaskokers met as en koppelingen bevat. De aanbevolen 30 mm-schroeven zijn wel in de bouwdoos aanwezig. Het halfronde berghout bestaat uit soepel profielrubber, dat over een vooraf op de romp gelijmd abs-profiel wordt gedrukt en daaraan vastgetipt. In de bouwdoos bevinden zich twee grote tekeningen. Een blad met het bekende bouwplan met een zij- en bovenaanzicht en veel detailtekeningen het andere met een grote explodedview van het gehele model en veel detailschetsen. Alles is uitgebreid en overzichtelijk getekend. Die zeer uitgebreide en duidelijke tekeningen zijn echter min of meer noodzakelijk, omdat er in de uitgebreide en duidelijke bouwbeschrijving geen enkele bouwfoto aanwezig is. Dle bouwbeschrijving bestaat uit een flink boekwerk (A4) en is van een Duitse, Franse, Italiaanse, Engelse, Spaanse en Nederlandse tekst voorzien. De inhoud van de bouwdoos is goed verzorgd en prima van kwaliteit. |
Het beslag (bestelnr. 1036)
Ondanks het feit dat het model een wat matig gedetailleerde indruk maakt, is het beslag vrij omvangrijk. Alle relingscepters zijn uit messingplaat gestanst. Dat betekent: sterk en goed van vorm. Van het gehele beslag kan eigenlijk alleen maar worden opgemerkt, dat het er prima uitziet. De bijboot Möwe (bestelnr. 1037)
Bouwtips
|
![]() | ||
![]() Bij de bespreking van de bouwdoos hebben we een aanmerking gemaakt over het ontbreken van bouwfoto's in de bouwbeschrijving. Wij hebben tijdens de bouw van ons model veel foto's gemaakt. Maar... de film met opnamen van de eerste bouwfasen, dus dekgeraamte enzovoort, is verloren gegaan. Dat is natuurlijk een vervelende zaak omdat de bouw van een model nou eenmaal niet kan worden teruggedraaid. Eerst iets over het lijmen
|
Afb.5 - Kijkje in de motorkamer.
Afb 6 - De kraan met hijsaandrijfeenheid. Afb 7 - Het mechanisme voor het zwenken van de kraan.
|
Dat is uitstekend ......maar die plaats is onjuist. U moet die openingen precies
voor de markeringen maken. Vergelijk dat ook met het bouwplan.
In afb. 5 is tevens te zien hoe de roer-servo is opgesteld (zie ook radiobesturing).
Verder zijn er bij de bouw van het eigenlijke basisschip nauwelijks of geen problemen. Alleen een dekbalk (deel 16) zit in de weg, als u de kraan in de daarvoor bestemde opening wilt plaatsen. De oplossing is vrij simpel: Tegen de buitenkant van deel 16 een tweede balkje (lengte gelijk aan de tussenruimte van delen 7 en 68) aanbrengen. Lijm dat balkje alleen met de uiterste einden (ongeveer 15 mm) aan de oorspronkelijke balk. Als de lijm droog is, de oorspronkelijke balk - op de 15 mm lange uiteinden na - wegzagen. In de afbeeldingen 3 en 4 is weergegeven hoe de eerste delen van het dekhuis op het dek zijn 'opgezet'. Als er een deel met behulp van wasknijpers en eventueel een stuk lood of kleefband in de juiste positie is gebracht, kan dat met CA-lijm worden vastgehecht. Gebruik heel weinig lijm, zodat de bovenbouw niet gelijktijdig aan het dek of de omranding wordt vastgelijmd. Als die delen, eventueel stuk voor stuk, zijn vastgehecht, wordt de in aanbouw zijnde eenheid afgenomen en degelijk nagelijmd. Een dergelijk groot dekhuis met zulke enorme ramen vraagt natuurlijk om een interieur. U weet wel: een bedieningstafel met knopjes en handles, een hoge stoel voor de kapitein, een grote tafel met stoelen en banken enzovoort. Robbe heeft niet in een interieur voorzien, ook niet in de tekening. De realisatie van het geschetste interieur is echter vrij simpel. In de binnenrand van de dekopening rondom een lijst lijmen. Ongeveer halverwege, 4x4 of 5x5 is prima. Een plaat triplex of abs zodanig uitzagen, dat het op de rondom ingelijmde lijst kan worden gelegd. |
![]() |
||
Op die plaat (de vloer) brengen we het interieur aan.
Als we in de romp moeten zijn, wordt de gehele vioermeubilaireenheid eenvoudig uit de dekopening genomen. De grote kraan (afb. 6) is heel leuk geconstrueerd en het - eventueel - functionerend maken is niet moeilijk. Er zijn echter een paar punten, die onze bijzondere aandacht vragen. De kolom wordt gevormd door een buiten- en een binnenzuil. Die buitenzuil wordt in het dek gelijmd. Omdat de beide buisdelen precies in elkaar passen, kan de binnenzuil draaien, zonder ruimte. Met behulp van ringen wordt er in de binnenzuil een stuk messingbuis aangebracht. Dat buisje rust in een abs-lagertje, dat op de bodem van de romp wordt gelijmd. Over dat buisje wordt een tandwiel geschoven en vastgelijmd; dat komt in aangrijping met het tandwieltje, dat op de uitgaande as vari de aandrijfeenheid (afb. 7) is aangebracht. |
Bij het vervaardigen van de kraan moet u op de juiste lengte van de buisdelen letten, en het messingbuisie moet uiterst nauwkeurig worden gecentreerd.
Als die binnenschacht (terwijl het messingbuisje in het lager rust) slingert gaat de zaak wringen en/of de tandwielen verliezen het contact met elkaar. De aandrijfeenheid (afb. 7) wordt aan een van de spanten gemonteerd. Bij de hijseenheid (in afb. 6 aan de binnenzuil gemonteerd) is de kabeltrommel op de uitgaande as gelijmd. U raadt het al; op een gegeven moment draaide de as door en de 'Möwe' kwam niet uit het water. Om dat euvel te voorkomen, hebben we van dun messingplaat een ring gemaakt met dezelfde diameter als de flens van de kabeltrommel. De stelring (nr. 334) is aan die ring gesoldeerd en het geheel is met Stabilit-Express tegen de flens gelijmd. Zoals reeds bij de inhoud van de bouwdoos is opgemerkt; het nylon hijskoord is vrij stug. |
![]() Bij het ophijsen van een last is dat geen probleem; alleen als we de lasthaak laten zakken, kan het gebeuren dat hij niet omiaag gaat. Wat soepeler koord (dus), en eventueel een extra gewichtje net boven de lasthaak, is de oplossing. Verftips
|
![]() |
||
![]() Om die eventueel glanzend gespoten delen mat te maken, kunnen ze worden overgelakt met Eenkomponenten-mattlack nr 5578/1. De radiobesturing en functies
|
Afb.14 - Het inwendige van de Norderney is zeeeer toegankelijk.
Afb 15 - De iets minder toegankelijke binnenruimte van de Möwe.. Afb 16 - Kijkje in het radio/accuruim via de grote dekopening.
|
Om technische redenen is de regeling wat traag en dat maakt nauwkeurig bedienen van de kraan vrijwel onmogelijk. Er blijven dan dus twee mogelijkheden (schema's) over.
1 Met het Multi Switch-systeem (aan/uit-schakelfuncties) . 2 Conventioneel; dus alles via een zender met 7 of 8 gewone proportionele kanalen. (Aan/uit-functies of de genoemde regelaartjes.l Ook de bijboot moet bestuurd kunnen worden. Dat kan op twee manieren: 1 Met een aparte tweekanaalsradiobesturing. (Lastig en duur, onder andere door de P17.) 2 Met de subkanalen van een normale radiobesturing met 7 of 8 kanalen. Komen we met een gewone zender en mogelijkheid 2 (conventioneel) uit? Laten we eens opsommen: Kanaal 1 roer Norderney Kanaal 2 motoren Norderney Kanaal 3 roer Möwe Kanaal 4 motortje Möwe Kanaal 5 kraan Norderney (hijsen) Kanaal 6 kraan Norderney (zwenken) Kanaal 7 (evt.) ankerlier Norderney Kanaal 8 (evt.) verlichting/misthoorn Norderney (m.b.t. mechanische memory-switch en servo) Eventueel kunt u kanaal 3 vrijmaken. Het blijkt namelijk heel goed mogelijk te zijn om de roerservo van zowel de Möwe als die van de Norderney via hetzelfde prop-kanaal te sturen. Als de Norderney vaart, ligt de Möwe stil, als de Möwe vaart, ligt de Norderney stil. Resume: Met een normale zender / ontvanger met 7 of 8 kanalen kunnen - met geringe kosten - alle functies worden gerealiseerd. Het is dan zelfs mogelijk om bij de Norderney de beide hoofdmotoren apart te regelen. |
Radiobesturing 'Möwe'
In afb. 15 is weergegeven hoe in onze Möwe de radiobesturing is ondergebracht. De Mini Controller 2A (rechts onder) is op dezelfde manier geschakeld zoals bij de kraan van het moederschip is beschreven (dus voeding via de ontvangeraccu). De ontvanger is een gewoon exemplaar met vier kanalen, de servo is er een met normale afmetingen. De accu (6 V) is samengesteld uit vijf NC-sintercellen van 250 mAh. Dat kleine accupakketie is onder het achterdek(je) aangebracht. Alle componenten zijn met dubbeizijdig kleefband (Bison dubbel-fix) vastgezet. Het aandrijfconcept
Waarom Robbe dat heeft gedaan? Wij weten het niet. Het is mogelijk, dat die kleine schroeven 'op schaal' zijn. Maar: we weten ook allemaal, dat dat bij een varend schaalmodel niet altijd kan! |
Als we ons hart laten spreken, weten we natuurlijk wel een alternatief voor dat concept:
Twee Decaperm-motoren met vaste vertraging 2,75:1; 6 V (met 6 V voeding) of 12 V (met 12 V voeding). Twee Raboesch-vierbladige schroeven met M4-draad, 50 of 55 mm Ø of twee Robbe-exemplaren driebladig 50 mm Ø (bestelnummer 1471 en 1472). Die genoemde messing schroeven zijn natuurlijk beter, maar ook aanmerkelijk duurder. Twee schroefaskokers met assen, Robbe-bestelnummer 1444. Twee koppelingen. Daarbij brengen we de beide Decaperm-motoren zover mogelijk naar voren aan. (Denk aan de kraan met zijn ronddraaiend mechanisme.) De schroefaskokers worden zover naar achteren geschoven, dat de ruimte tussen de kop ('naaf') van elke schroef en de voorkant van elk roer ongeveer 10 mm bedraagt. Als u met die Raboesch-schroeven de boot te 'pittig' vindt of het stroomverbruik nog iets wilt reduceren, kunnen de bladen voorzichtig - nog iets verder worden getordeerd; de spoed wordt dan geringer. Let ook op de juiste (is voldoende) ruimte tussen het hart van de koker en de rompbodem. Houd in elk geval (dat is niet moeilijk) tussen de schroefbladtoppen en romp een tussenruimte van minimaal 5 mm aan. Terug naar de Navy Kompakt-eenheden
|
Dit concept, dat door Robbe ook voor de blusboot 'Dusseldorf' wordt aanbevolen, moet door ons nog worden beproefd. Het wachten is echter op beter weer; zodra wij meer weten, hoort u van ons.
Dan nog even het volgende
Vaareigenschappen
|
![]() |
Helaas gooit het aandrijfconcept wat roet in het eten. Het model komt bij 'volle kracht vooruit' tamelijk langzaam op snelheid; bij 'achteruitslaan' duurt het vrij lang voordat hij stil ligt. Bij achteruitvaren gaat het manouevreren wel goed, maar het kan beter.
Bij een ander aandrijfconcept (zeker met Decaperm-motoren in combinatie met messing schroeven) zullen de genoemde negatieve punten beslist verdwenen zijn. Vaarproeven op 6 V met twee schroeven 50 mm Ø
|
Heel elegant is natuurlijk een 'speedschakeling'. We varen dan onder normale omstandigheden op 6 V, als het iets harder moet, schake!en we via de radiobesturing een extra 2 V accu in serie.
Eindconclusie
|
Origineel
Specificaties (* opgave fabrikant)
Testmodel HB modelbouw en techniek
|